Nieuws
Dit is het verhaal van Daniël van den Berg: leiderschap, visie en daadkracht als Fractievoorzitter van JA21
Werken moet lonen, en politiek moet terug naar de kern. Ik ben er voor de mensen, niet voor de bureaucratie.
We spreken vandaag met Daniël van den Berg, 33 jaar, fractievoorzitter van JA21 in de Provinciale Staten van Noord-Holland. Met zijn unieke achtergrond in de Koninklijke Marechaussee, zijn passie voor techniek, en zijn heldere visie op wat echt belangrijk is in de politiek, heeft Daniël zijn plaats in de Staten veroverd. In dit openhartige interview deelt Daniël zijn persoonlijke verhaal, zijn uitdagingen als fractievoorzitter en zijn visie voor de toekomst van Noord-Holland en Nederland.
Kun je ons iets vertellen over jezelf en je achtergrond? Waar ben je opgegroeid en hoe heeft dat je gevormd?
“Zeker! Ik ben Daniël, 32 jaar en geboren in Amsterdam en getogen in Huizen, een dorpje boven Hilversum. Mijn familie woont al eeuwen in deze regio, en dat geeft me een diep gevoel van verbondenheid met de streek. Ik ben reeds zes jaar getrouwd met mijn vrouw, en samen hebben we twee prachtige dochtertjes: Jaël, die vijf is, en Lise, die net twee is geworden. Mijn gezin is mijn alles. Het is druk, maar ik zorg er altijd voor dat ik genoeg tijd met mijn meiden doorbreng. Niets is fijner dan na een drukke werkdag thuiskomen en met hen te zijn.”
“Naast mijn gezin heb ik een grote passie voor techniek en politiek. Ik heb altijd een fascinatie gehad voor hoe dingen werken, van ruimtevaart tot energieoplossingen zoals kernenergie. Mijn grootvader is opgeklommen van lasser, tot werktuigbouwkundige en geëindigd als ingenieur en heeft me dat als kind meegegeven. Die technische interesse heeft me later geholpen om mijn ideeën over een realistische energietransitie te vormen.”
Je hebt een indrukwekkende carrière achter de rug bij de Koninklijke Marechaussee. Hoe ben je daar terechtgekomen en hoe heeft dat je gevormd?
“Mijn weg naar de Marechaussee begon al toen ik jong was. Mijn ouders scheidden toen ik negen was, en dat heeft veel impact op me gehad. De stabiliteit van thuis viel weg, en op school ging het daarna minder. Ik belandde uiteindelijk op het VMBO, terwijl ik daarvoor op het VWO zat. Het was een periode van zoeken naar wie ik wilde zijn en wat ik wilde doen. Maar op een gegeven moment wist ik: ik wil iets doen dat er echt toe doet. Door mijn stiefvader Ruud, die ook bij de politie zat, ben ik geïnteresseerd geraakt in een carrière bij de Koninklijke Marechaussee.”
“Die tijd heeft me gevormd. De discipline, de verantwoordelijkheid, en de vaardigheden die ik daar heb opgedaan, hebben me gemaakt tot wie ik nu ben. Je moet snel kunnen schakelen, je hoofd koel houden in moeilijke situaties en altijd in het belang van anderen handelen. Die ervaring heeft me uiteindelijk ook naar de politiek gebracht. Ik wilde me breder inzetten, niet alleen handhaven, maar ook meebeslissen over hoe we Nederland veiliger kunnen maken.”
Wat dreef je om actief te worden in de politiek en uiteindelijk fractievoorzitter te worden bij JA21?
“Mijn politieke interesse werd echt aangewakkerd rond de tijd van Pim Fortuyn. Ik was toen een jaar of elf, en de manier waarop hij de vinger op de zere plek legde in de samenleving, raakte me. Later, tijdens mijn werk bij de Marechaussee, kreeg ik steeds meer zicht op hoe groot de problemen zijn op het gebied van grensbewaking, immigratie en veiligheid. Ik zag met eigen ogen wat er misging: ik heb terroristen gesproken, slachtoffers van mensenhandel gezien, en talloze mensen die illegaal het land binnenkwamen zonder dat daar goed op werd ingespeeld. Dat frustreerde me enorm.”
“Toen JA21 werd opgericht, was dat voor mij de juiste plek. Deze partij gaat niet alleen over praten, maar over doen. We bieden concrete oplossingen, zoals een streng maar rechtvaardig immigratiebeleid, het aanpakken van criminaliteit, en het bevorderen van kernenergie als duurzame oplossing. Voor mij is JA21 een partij die problemen bij de wortel aanpakt, zonder om de hete brij heen te draaien.”
Hoe combineer je je rol als fractievoorzitter met je persoonlijke leven en andere verantwoordelijkheden?
“Het is absoluut een uitdaging. Als fractievoorzitter moet ik niet alleen mijn eigen werk doen, maar ook het team leiden en iedereen gemotiveerd houden. Dat vraagt veel tijd en energie. Maar ik zorg ervoor dat ik, ondanks de drukte, altijd tijd voor mijn gezin maak. Ik heb een strak schema, en elke dag probeer ik rond vijf uur thuis te zijn. Dan gaat de telefoon uit, en ben ik er helemaal voor mijn kinderen. We eten samen, en ik leg ze op bed. Daarna ga ik weer verder met mijn werk als het nodig is. Het is intens, maar die balans tussen werk en gezin is cruciaal voor me.”
“Wat ook helpt, is dat ik erg gedisciplineerd ben en veel steun heb van mijn vrouw. Zij begrijpt het werk dat ik doe en steunt me daarin volledig. Zonder haar zou het veel lastiger zijn om alles te combineren.”
Wat zijn volgens jou de grootste uitdagingen in de politiek op dit moment?
“De grootste uitdaging is de bureaucratie. Ik zie vaak dat er heel veel gesproken wordt, maar dat het moeilijk is om dingen voor elkaar te krijgen. Iedereen wil wel wat zeggen, maar als het aankomt op echte actie, blijft het vaak hangen in vergaderingen en eindeloze discussies. Ik ben iemand van de daadkracht, ik wil dingen doen. Dat is soms lastig, vooral als je ziet dat er zoveel problemen zijn die direct aangepakt moeten worden, zoals het woningtekort of de problemen rondom stikstof. Tegelijkertijd is er veel weerstand, vooral van linkse partijen, die veel plannen tegenhouden.”
Kun je ons een voorbeeld geven van een succes dat je onlangs hebt behaald?
“Ik ben bijzonder trots op ons werk tegen de plaatsing van drie windmolens bij de Noord-IJplas in Amsterdam. Dit was een plan dat al twintig jaar in de maak was, maar we hebben er alles aan gedaan om het tegen te houden. Uiteindelijk kregen we het voor elkaar. Een bewoner daar, Martijn, woont op een woonboot en hij zou compleet vastzitten tussen de windmolens. Hij had enorm veel zorgen over de geluidsoverlast en het uitzicht. Toen we het nieuws brachten dat de windmolens er niet kwamen, stonden er tranen in zijn ogen. Dat moment, die impact op een mensenleven, daar doe je het voor. Dat maakt alle moeite en strijd de moeite waard.”
Welke onderwerpen ga je de komende tijd in de Provinciale Staten aanpakken?
“Eén van de belangrijkste thema's waar ik me op richt, is de energietransitie. Maar dan wel een realistische. We moeten ophouden met het volbouwen van ons landschap met windmolens en zonneparken. Dat werkt gewoon niet. Kernenergie moet de spil worden van onze energievoorziening. Het is schoon, veilig en efficiënt, en ik zal blijven vechten om dit op de agenda te krijgen.”
“Daarnaast is het woningtekort in Noord-Holland een gigantisch probleem. We moeten zo snel mogelijk meer woningen bouwen, maar dat kan niet alleen door in de dorpskernen in te breiden. We zullen ook de groene randjes van dorpen moeten benutten. Dat klinkt misschien controversieel, maar het alternatief is dat jongeren en starters gewoon geen kans meer hebben op de woningmarkt. Iedereen verdient een plek om te wonen, en daarvoor moeten we de juiste beslissingen durven nemen.”
Wat zou je willen veranderen als je één ding in de politiek kon veranderen?
“Ik denk dat werken weer moet lonen. Dat klinkt misschien eenvoudig, maar het raakt aan de kern van wat er misgaat. Mensen werken hard, soms wel 40 uur per week, en toch kunnen ze nauwelijks rondkomen. De lasten zijn te hoog, en de middenklasse wordt uitgeknepen. Dat moet anders. Of je nu bij de Action werkt of in de logistiek, je moet met een normaal inkomen een huis kunnen kopen en een gezin kunnen onderhouden. De politiek is te veel bezig met het reguleren en belasten van alles, en dat haalt de kracht uit de samenleving. Het moet weer normaal worden om van hard werken goed te kunnen leven.”
Wat drijft je om ondanks de uitdagingen door te gaan in de politiek?
“Wat me drijft is mijn geloof in de kracht van gewone mensen. Ik heb vertrouwen in de samenleving. Mensen weten wat goed is voor hun gemeenschap, voor hun gezin en voor henzelf. Als de overheid zich meer zou richten op het faciliteren van die kracht, in plaats van alles te reguleren, zou Nederland veel beter af zijn. Ik doe dit werk omdat ik geloof dat we met JA21 het verschil kunnen maken. Het is niet altijd makkelijk, maar wanneer je grote successen boekt weet je dat het de moeite waard is."
Wil je zelf in contact komen met Daniël? Dat kan! Stuur hem een email op [email protected]
Delen op sociale media: